Sneller en efficiënter repareren door samenwerking met Mastermate

Voor 2020 bestond Bouwservice uit bijna 80 medewerkers. Na de organisatieontwikkeling is deze geslonken naar 28 vakmensen, 2 specialisten en een teamleider. Eerder werden de vakmensen elke dag bevoorraad door 3 leveranciers: DESTIL, de TU/e en BMN. “Die leverden ook bouwkundig materiaal, zoals zakken stuc en tegels”, vertelt teamleider Aard Savenije. “Maar dat soort grote werkzaamheden besteden we nu uit. Onze vakmensen doen alleen nog kleine reparties in en rondom huis. Daar hoort een kleinere, flexibele levering van materiaal bij. En veel werken vanuit de bus.”

Niet meer hoeven inkopen

Aard wist dat woningcorporatie BrabantWonen al langer samenwerkte met Mastermate. Hij zag die samenwerking voor Woonbedrijf ook wel zitten. “Mastermate levert ons namelijk iets wat de andere 3 leveranciers niet doen”, zegt hij. “We hoeven niks in te kopen. Eigenlijk rijden we met kleine magazijntjes van Mastermate rond en rekenen af wat we gebruiken.”

Automatisch in systeem

Een ander voordeel? Mastermate houdt op afstand alles bij. “De vaklieden scannen de barcodes van de producten die ze gebruiken”, zegt Tim Peijnenburg, specialist vastgoedonderhoud bij Mastermate. “Dit komt bij ons in het systeem terecht. Zo zien we precies wat gebruikt wordt. Het scheelt ook in administratie voor Woonbedrijf.”  

Voorraad in magazijnen

Komt een bepaald product onder de minimale voorraad? Dan krijgt Mastermate de melding om dit aan te vullen. Dat gebeurt 2 keer per week, bij 4 magazijnen: 3 in Eindhoven en 1 in Geldrop. “In de bussen liggen spullen die de vaklieden dagelijks gebruiken, zoals sloten en scharnieren”, zegt Aard. “In de magazijnen staan spullen die we minder vaak gebruiken of breekbaar zijn. Maar ook onderdelen met heel lange levertijd. Zodat, als zoiets nodig is, de bewoner niet weken hoeft te wachten.”

Bewoners in één keer helpen

Het doel is dat de vakmensen zoveel mogelijk reparaties kunnen doen met materiaal uit hun bus. En zo min mogelijk op en neer hoeven om spullen op te halen. Dit bespaart tijd, geld en we helpen meer bewoners in één keer. Het is dus belangrijk dat precies de juiste spullen in de bussen liggen. Maar hoe weet je dat? Tim: “Met alle vaklieden is besproken welke materialen zij veel gebruiken. En in welke wijken zij werken. Elk gebied heeft eigen type woningen, die vragen om ander materiaal bij reparaties.”

Steeds beter inzicht

Op basis hiervan zijn de bussen en magazijnen ingericht. Tim: “Hoe langer we samenwerken, hoe beter we weten welke spullen de vakmensen veel of weinig gebruiken. Zo kunnen we ook beter voorspellen wat nodig is. Zodat de vakmensen minder misgrijpen op materiaal.” Want dat gebeurt vakman Marcel nog wel eens. “Ik had laatst iets nodig wat niet in de bus of het magazijn lag. En moest toen naar een andere leverancier om het daar te halen.” Tim: “Woonbedrijf kan nog steeds spullen buiten ons om kopen. Alleen de facturatie hiervan gaat wel via ons. Hierdoor zien wij wat er gekocht wordt. Als dat vaak dezelfde producten zijn, kunnen we besluiten die zelf aan te leveren. Maar dat inzicht krijgen we pas na een tijd.”